Misschien staat deze werkvorm bekend onder een andere naam maar in mijn klas zijn we deze ‘dingen’ spontaan als ‘praatkartons’ gaan benoemen.
Het zijn stukken karton waarin je een gat snijdt waar je eigen hoofd precies in past.
Waarom de grootte van je eigen hoofd?
- Omdat je mogelijks zelf de aanzet moet doen om deze ‘praatvorm’ op te starten en dan is het wel praktisch als ook je eigen hoofd precies past.
- Omdat lichaamshouding hier minder uitgesproken zichtbaar is, wordt de mimiek van je hele gezicht des te belangrijker!
- Omdat kleuters met een grotere opening elkaar beter kunnen aankijken als ze tegen elkaar praten. Ze kunnen hun hoofd iets verder naar buiten laten bewegen.
Waarvoor en wanneer worden ze gebruikt?
- Na het vertellen van een verhaal kan je met de personages gesprekjes opstarten waarin het verhaal op een andere manier opnieuw tot leven komt. Je kan zelf als karton herhalingsvraagjes stellen.
- Bij elk thema zijn er wel figuren of voorwerpen die iets te vertellen hebben: een heks, een kerstboom, een kip, een ballon, een schaar, …
- Je kan er eigenlijk alle kanten mee uit: In de eerste kleuterklas kan je zelf vanachter een karton, een bange ballon zijn. De kleuters kunnen spontaan reageren door met andere kartons met een ballon van een andere kleur te reageren op wat jij aanbrengt. Bijv. jij bent als ballon bang om kapot te springen/te knallen, zij kunnen dan in een vooraf waargenomen verzameling voorwerpen, allerlei zachte dingen bij elkaar zoeken en deze scheiden van de scherpe voorwerpen (gevaarlijke voorwerpen zoals een mes kan je voorzien onder de vorm van een afbeelding).
- Kleuters die niet graag praten of verlegen zijn, krijg je misschien toch aan het praten dankzij het karton. Ze zitten immers ‘verstopt’.
- Laat kleuters een versje opzeggen door het praatkarton. Bijv. het nieuwjaarsversje herhalen als kerstboom, kerstbal, ster, engeltje, … zo wordt het telkens opnieuw een beetje anders en toch zijn ze aan het oefenen!
- Dramatiseren: je bent zonder omkleden heel snel iemand anders!
Hier zie je voorbeelden van:
- Boek ‘Het allermooiste ei’ met de koning en de drie kippen: Vrouw Hanekam, Puntje en Langelat.
- Sprookje ‘Goudlokje en de drie beren’.
- Thema griezelen: een tovenaar en een heks.
Kleuterklassen 